
taal van verbeelding
Gebeurtenissen
Het moet ergens beginnen
de lijnen ze staan er al
kom
schrijf
schrijf neer
wat te binnen schiet
’t papier wacht
zwart op wit
je weet niets
zeg je
schrijf dat dan
dat je ’t niet weet
en geniet
van tijd
bij de vleet
en het licht dat jou ziet
zitten
in de morgen
die nog vrijt
met contouren van
een donkere nacht
je de mond
probeert te snoeren
maar zie nou
jij schrijft
verdicht
zonder te weten
vlijt
is ondergeschikt
zomaar enkele zinnen
want ergens
ergens toch
moet het beginnen
ergens
Hemelvaart zes hoog
het thuis zes hoog moest leeggeruimd
iedereen was er
kinderen kleinkinderen zelfs achter
alleen zij niet
herinneringen vele
kwamen uit onverwachte hoeken
stapelde zich op in de
plastic mandjes van Blokker
koopjes worden achteloos
opgehaald door
buitenstaanders
ze hadden er plezier in
ieder zocht bruikbaarheid
van zijn of haar gading bijeen
ze was zo gek nog niet
er bleken dozen te weinig
om het verleden in te pakken
we schoven het door
naar de toekomst
ondertussen probeert zij
te wennen aan het heden
op haar nieuwe plek
waar niemand haar kent
zegt ze
geen weet heeft van de dagen
die in een tijdloos ritme
van de eeuwigheid door
het venster naar binnen vallen
Entertainment in de kerk
iemand had de kaars ontstoken
toen het nog stil was
de vlam rook lont toen rockmuziek
haar schaduwen vooruit wierp
dansend tegen de muren
tonen spijkerhard het kruis doorboorden
decibellen het plafond aftastten
op zoek naar zwakke plekken
alsof hemel en aarde
samen zouden kunnen vallen
een enkele stem
op een snaar na over stilte sprak
verdwaald raakte in rumoer
onder aanwezigen
even kreeg ik de indruk
dat ik de kaars zag wankelen
toen men bad
“want van u is het koninkrijk”
maar de vlam bleef branden totdat
iemand hem uitblies in stilte
Blöfdienst Ontmoetingskerk Waddinxveen
gehouden 3 april 2011
Gebeurtenissen
Haar dagboek
in haar dagboek staat
opeens
KANKER
voordien geen hoek
in ’t ziekenhuis die
zij niet eerder al
gezien had
ze was er thuis
zogezegd
KANKER
het stond er echt
al klonk
de klank van dokters
stem nog tussen
hoop en vrees
zo werd het zaad
van twijfel gezaaid in
de verschraalde grond
van het bestaan
waar hoop een
laatste kans begiet
doch aangetaste
wortels
rakelings mist
nu staat de dood
aan randen van de
akker als oogst die
veel te vroeg
geoogst wordt
wacht op de zeis
ter dood
lijkt tijd tekort
voor afscheid
is de eeuwigheid
waarover men
spreekt als een
opgeschoten scheut
uit dorre aarde
rijpt zaad van de dood
gezaaid door landman zelf
tot rijpe aren
geplukt bij het ontwaken
van vroeg morgenrood
Als de herinnering maar blijft
al die tijd
dat wij daar woonden
aan de rand
van Schoone Haas
buren zagen gaan
en komen waar
anderen de jaren
met ons deelden
we niet
vergeelden aan elkaar
omdat men onderling
wel wist
hoe om te gaan met
vreugd - verdriet - gemis
maar tijd
sluit hier en daar
een deur waar hij
weer an’dre opent
en dat zo vinden wij
mag nu gevierd
dus heffen wij het glas
tot op de bodem leeg
klinken
op wat geweest is
en op tijd die komt
al wordt die niet geweten
maar dat geeft niet
als de herinnering maar blijft
Gebeurtenissen
Boswandeling op zondagmiddag
het regende
maar toch besloten ze
de tijd een wijle op te baren
naar later
overwegende
dat ’t nog wel even kon
bezochten ze geijkte paden
waar groen hen tegemoet trad
paden ooit eens in kaart gebracht
door hen die wisten
maar al het praten
bracht hen danig in de war
werd het al later
stond tijd vol branie in ze op
en toen de regen doordruppelend
hun huid bezocht
zij nog steeds niet wisten
waar de tocht begonnen was
de paden cirkelden
als draden in een kluwen wol
bleek vragen toch een uitkomst
om te weten waar de auto stond
zo eindigde een weekend
waarin twee dichters
geen woorden konden vinden
in de taal voor wat men noemt
verdwaald