taal van verbeelding
Geloof
Aan wateren van rust
nu alles rust
op stil verlangen
het water van de beek
weekzacht mijn voeten kust
het mijmeren de zin opwekt
en tijd naar later kabbelt
in bedding van de geest
brengt hij mij
de woorden weer te binnen
verwekt uit minnelijk verleden
bekoord tot liefdesstreng
Daar waar je niet kan zijn
hoe jij de tijd
soms even aan
de leiband weet
te leggen
weer loslaat
in de volheid
van je schoot
geen uur zelfs
geen minuut
waarin jij bestaat
wordt
toegeschreven aan
het eeuwige
je zijn verduurt
alleen mysterie
ja jij die sprekend
bent geboren uit
het dispuut van
slechts één woord
zo ben je te groot
voor een gedicht
te klein voor
’t nieuwe jaar
en toch
ben je daar waar
je niet zijn kan
gegrift in het schrift
van je verborgenis
Dans vandaag de toekomst ( bij 2 Sam. 6 )
Veronderstel:
je danst de wereld ronder
jij
jong - jonger
oud - ouder
jij
geen wonder te groot
te gering
je danst
als een beginneling
eindeloos voetenwerk
een wereld te klein
je valt – pijnlijk dodelijk
staat op
je lichaam ziels te boven
jij
je danst - opnieuw
half naakt als een Davidszoon
Koningsgezind
leert gaandeweg
los te komen van de grond
aardeloos
jij
je danst genadig
als een godenzoon
jij
genadig
als een godendochter
jij
je danst
stilgezet - opgetild
bang - gedurfd
de hemel tegemoet
jij met jouw benen
jouw hart
jouw handen
jouw hoofd
tegemoet - Zijn liefde
jij
Hij ziet je aan - komen
armen erbarmend
ten dans gespreid
jouw – ons
Veronderstel en leef – jij – jij – jij en jij
De oude vragen
we zoeken je
zoeken je
al eeuwen
schreeuwen we
de echo
dat jij
niet bent
niet bent
daar
waar gedacht
alsof wij weten zouden
de oude vragen
in alle tijden nieuw verpakt
als list
ze blijven
in ons strijden
in ons lispelen
als twist
de oude vragen
naar de bekende weg
ze blijven
blijven bestaan
als luisteren
niet meelift
kluisteren ze
ons gaan
op nieuwe wegen
we
verstaan wellicht
de echo niet
maar
daar
daar waar weerkaatst
daar ergens
daar ben jij
daar vind je ons
terug
als mens
om mens te zijn